Verstild landschap

We fietsen nagenoeg alleen in een hoog tempo. Het lichaam hersteld van de marathon heeft een hernieuwde gretigheid aangewakkerd door de extra zuurstof in de lucht. Als in een roedel jagen we een prooi na die zich nooit laat vangen. Het is stil. De lichte motregen dempt het geluid. Alleen de zangvogels zijn helder te horen. Alle bermen staan in bloei. Er zijn maar weinig mensen buiten. Slechts af en toe een drietal wielrenners waarvan het gelaat duidelijk maakt dat de mannen al meerdere malen van de jongens gescheiden zijn. Zij fietsen altijd. Oudekerk, Waver, Vecht, Baambrugge, t Gein, terug via Oudekerk. 60 k, 28 gemiddeld. Thuis warm ik mij aan de warme billen van Nina, die nog in bed ligt te lezen. Het geen ik wel en zij niet plezierig vindt. Ik douche. Pak een verse Cees & Co van het rek. Ik maak een capuchino met een extra shotje espresso. Bak eieren met in dunne reepjes gesneden zongedroogde tomaatjes en verse kruiden. Zet de pianosonates op. Pak de weekend kranten en zie Gijs in het FD in het zelfde shirt als ware hij de nieuwe directeur van de Munchener Kammerspiele. She dressed me. Ik ben blij dat ik gegaan  ben.
Cees